PATER FELIX MAES, o. praem.
(° 8 maart 1901 - +12 april 1983)



Felix was de oudste van 8 kinderen waarvan er slechts 3 in leven bleven. 3 kinderen stierven kort na de geboorte, 2 andere stierven in 1915 toen in Bree een 100-tal kinderen slachtoffer werden van een zeer besmettelijke darmontsteking die gepaard ging met stuipen.

De kleine Felix begon zijn schoolcarrière in Bree, startte het middelbaar onderwijs in het Sint-Michielscollege maar eindigde in het Klein seminarie in Sint-Truiden waar hij ook nog wijsbegeerte studeerde. Uit die tijd dateren zijn eerste geschriften waarvoor hij inspiratie haalde bij Breese dorpsfiguren zoals Boodskoob, Kromme Perjang en Hel de Belie.

Ondertussen was hij actief in de Erewacht, een eucharistische groepering, en in de Frisse Heikracht (KSA). Elk van beide vertegenwoordigde één van de twee pijlers die zijn hele leven schraagden, namelijk een dienstbaar en overtuigd geloof in God en toewijding aan het Vlaamse volk. In 1921 trad hij in het klooster bij de Norbertijnen van 't Park in Heverlee. Op 3 mei 1923 sprak hij zijn eeuwige geloften uit. Op 26 augustus 1926 volgde zijn priesterwijding te Leuven in de Jezuïetenkerk. Als kloosternaam koos hij Siardus, vandaar de S die dikwijls verschijnt in verwijzingen naar zijn geschriften.

Siardus Felix bleef niet binnen de kloostermuren van Heverlee. In 1933 trok hij op missie naar Theresopolis in Brazilië. De zware levensomstandigheden en getroffen door TBC keerde hij - tegen zijn wil - in 1937 verplicht terug naar België. Om bezig te zijn werd Felix Maes aalmoezenier in een rustoord in Ukkel. Tijdens WOII was hij ziekenzorger in een hospitaal in Brugge en na de oorlog, tot 1952, werd hij hulppastoor in Jezus-Eik. In 1952 kon hij terug naar zijn roeping: de missie in Brazilië waar hij tot 1967 zou blijven. Hij eindigde zijn apostolaat als archivaris van de Parkabdij en ook dat deed hij met de grootste zorg en vol overgave.

Bree dankt aan pater Maes haar geschiedenis. Samen met J. Dreezen publiceerde hij in 1948, in eigen beheer gedrukt op de persen van NV De Vlijt, zijn "Eerste bijdrage tot de Geschiedenis van Bree: de parochie en oude kloosters". In 1952 verscheen het tweede deel met als ondertitel: "De gemeente van de oudste tijden tot de Franse Revolutie". Zijn bijdragen tot de geschiedenis kunnen beschouwd worden als de meest omvangrijke en meest diepgaande studies over Bree ooit gepubliceerd. Het werk is een echt standaard werk: geschreven vanuit een grote historisch-kritische ingesteldheid is het een must voor elke historicus om de geschiedenis van Bree te leren, te kennen en verder uit te spitten. We zouden S.F. Maes onrecht aandoen om enkel dit werk over Bree te citeren. Hij heeft er nog tal van andere geschreven maar een volledige bibliografie hier weergeven is helaas onmogelijk.

Terug